Blog

Het Begin
-zomer 2012-

Goh, dat pandje van hiernaast komt binnenkort vrij. Is dat niks voor jou?
Ehm…. is dat iets voor mij…. Jemig, ik weet het eigenlijk niet.
Ik droom al tijden van een eigen zaakje, maar of ik het ook werkelijkheid kan laten worden? Da’s andere koek.
Maar kijken kan geen kwaad, dus ik stap er af en toe eens binnen.
Om me te verwonderen over het pietepeuterige van het pandje. De sfeer die het oproept, de mogelijkheden die ik dan toch wel zie.
Oud Terneuzen heeft me altijd getrokken, ben vaste klant bij mijn oud collega Jan (proost) en ik loop elke week wel eens binnen bij mijn favorietje winkeltje, t KantenBrocantje.
’t Is een prachtig stukje oudheid wat nog door veel mensen ontdekt moet worden.
Locatie is dus mooi, de buren leuk, volop potentie, maar dan dat pandje…
Het kreunt van ouderdom maar het barst van de sfeer.
Ik denk er over na. Ik praat met deze en gene. Ik slaap niet. Mijn hoofd is één grote pot macaroni.
Dan denk ik, ik wil geen spijt krijgen van dingen die ik niet gedaan heb! Spring!
En verrek, ik doe het. Ik spring met m’n ogen wagenwijd open en duik een diep gat in.
Op z’n zeeuws. Je maintiendrai!!

De paperassen.
OK.
Als de beslissing eenmaal is genomen om een poging te wagen, komt de onvermijdelijke vraag: hoe begin ik?
Nou, laten we beginnen met een gesprekje met de huurbaas. Die ziet het (gelukkig) meer dan zitten. Wanneer wil ik tekenen? Ha! FF wachten nog. Ik zoek me suf in de grote bureaucratische brei naar allerlei voorwaarden, eisen, verplichtingen en meer van zulks. Schrik me rot als ik zie waar het pand aan moet voldoen (hellup!!) En waar ik aan moet voldoen. Hoe schrijf ik me in bij de Kamer van Koophandel? En wanneer? Naar de gemeente? Verrek, ik moet nog een diploma halen! Sta ik daar met mijn Algemene Ondernemers Vaardigheden, neeeee mevrouw, die telt niet meer. U moet nu Sociale Hygiëne hebben. Oh. Dus ik ga braaf weer aan de leer, net als vroeger – en schrijf me dan in voor het officiële examen. Samen met Maarten en Maaike die tegenover mij Le Bonne Foi gaan uitbaten. Bij de Universiteit in Vlissingen beantwoorden we in een moordend tempo de 40 vragen, en even later verlaten we de uni onder luid gejuich, want we zijn geslaagd! Vasef! Een weekje later valt het diploma in de bus, en ik overleg dat samen met nog 100 andere paperassen bij de gemeente om een vergunning aan te vragen. De mevrouw kijkt heel moeilijk, betwijfeld of ik wel aan alle eisen kan voldoen. AAAAHHH! Mijn hart gaat als een razende tekeer en de macaroni in mijn hoofd kookt nu echt over. Ik maak een afspraak met de bouw-toezicht-kundige (of zoiets) en vraag hem om eens te komen kijken. Ook hij kijkt moeilijk. Hij meet en hij denkt en hij rekent en hij denkt en hij meet nog een keer. Ik doe het zowat in mijn broek. Maar dan breekt het zonnetje door en schenkt hij mij met een alleraardigste glimlach zijn goedkeuring. Jippie!! Niet veel later teken ik het huurcontract en besef dat het avontuur echt is begonnen.
Ik ga een wijnbar – met sneukeltjes – beginnen!!!
Proost!


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dag 1
Wat eerst vol met kinderkleding hing, is nu leeg en eenzaam. Het hele pandje is nu bijna kaal. Hoe zullen we het aantreffen?


 

 

 

 

 

 

Eh, nou zo dus. Er blijven nog wat restanten over en de ruwe werkelijkheid wordt zichtbaar.Het bladdert, het verweert, het kreunt…

 

Ik ben reuze benieuwd wat er achter die gipsplaten schuil gaat, wat gaan we ontdekken? Deze middag heb ik hulp van de kinderen, slopen kost ze geen enkele moeite!

 

 

 

 

 

 

Hakken maar!! En dan…. ik zie iets! Wat komt er tevoorschijn….?

 

De ontdekking
Jaaa, mijn vermoeden wordt bevestigd. Er komt een oude schouw tevoorschijn als we de gipsplaten eenmaal gesloopt hebben. Na 40 jaar verborgen te hebben gezeten laat de ruwe schoonheid zich zien.


 

 

 

 

 

 


Een erg ruwe schoonheid…. Maar zo eentje waarvan je weet dat ze in volle glorie hersteld kan worden.


 

 

 

 

 

 

 

Verder vinden we de originele doorgang naar het naastgelegen pandje, ook deze doorgang zullen we weer in ere herstellen.
En wat te denken van deze “waterput”? Het water loopt wel weg, maar dat is dan ook alles…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De oude tegeltjes daarentegen wil ik heeeel erg graag bewaren, ze zijn prachtig!

 

De sloop
Zoals gezegd heeft het pandje heel veel liefde en zorg nodig. Er moet veel in ere hersteld worden, maar het moet ook goed en volgens de normen van deze tijd gebeuren. Gelukkig heb ik veel deskundige hulp!

 

 

 

 

 

 

 

 

Terwijl de ene schouw wordt gered, gaat de andere eraan….
De oude kelder:

 

 

 

 

 

 

De doorgang naar de toekomstige keuken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar het gangetje bij de voordeur:

 

 

 

 

 

 

 

De stempels staan, nu kan er verder gesloopt worden. Eerst een gat in de muur maken, anders kunnen de stalen balken niet binnen gebracht worden!

 

Het eerste gevaarte zit! De sloophamers maken overuren, er wordt gehakt, gehamerd en gesloopt dat het een lieve lust is.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

En we ruimen puin…. heel veel puin!
Maar we gaan dapper door. Of we het nog steeds zien zitten? Vasef! Allicht!
Vol goede moed en met een (meestal) stralende lach worstelen we ons naar het volgende euvel.
Wordt vervolg!!

De voortgang.
Toestanden!
Door alle werkzaamheden raakt mijn lijf een beetje van slag, het kan mijn hoofd niet meer bijhouden 🙂 Dus vertrouw ik op “mijn” mannen om de voortgang te waarborgen.
En ze maken meters….

 

 

 

 

 

 

De muur naar de buurtjes toe is nu totaal doorbroken, gestut en opgevuld.
Gelukkig vinden ze het nog steeds geweldig en trotseren ze de kou welke vanuit mijn kleine pandje tergend door de Vissteeg waait.

Onderwijl zijn we nog steeds puin aan het scheppen, de hele kelder moet leeg, de balken moeten eruit want we gaan met niveau verschil werken. Best stoer. Zagen maar!


 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het bestel-luikje is ook gemetseld, hoorde ik daar nu al iemand roepen om een frietje mét???

 

 

 

 

 

 

We strijden dapper voort en hopen snel te kunnen openen. Voor de kerst was een mooi streven, maar of dat ook zal lukken…?? We houden moed, vooralsnog zeggen we: hopelijk tot snel in Oud Terneuzen!

De vloer – deel 1
En dan moeten we beslissen wat we met de vloer gaan doen. Zoals het ons betaamt, vliegen onze gedachten met een razende snelheid des lichts van het ene idee naar het andere.
Mijn immer geduldige buur denkt graag mee, want haar gangetje wil ze ook graag in het plan der plannen betrekken.
Als we het doen, doen we het goed, dus we besluiten om de hele vloer beneden in één keer door te trekken.
Geen beton, geen vloerbedekking, geen kurk, geen houten planken. Wat dan wel?
Nou, gewoon een straatje dus!
Is da nie leutig?
Maar eerst nog maar even slopen dan.
Goh.
Dat kunnen we wel…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eerst alles eruit voordat er iets nieuws in kan.
We krijgen er zowaar lol in en gaan als een goed geoliede machine!
Het resultaat mag er dan ook zijn… een schoon straatje!

 

 

 

 

 

 

En zo strijden wij dapper verder, mezelf nog steeds verwonderend over de totstandkoming van iets moois. Want ik kan nog steeds door de “zooi” heen kijken. Het wordt prachtig. Echt.

 

Eindejaarsperikelen
Zucht.
Uiteraard duurt het altijd langer dan je denkt.
Natuurlijk doemt er nog iets op waaraan je niet had gedacht.
Vasef.
Allicht.
Het lumineuze plan om de vloer van het plafond (wat we overigens deels verwijderen om zo lekker in de nok te kunnen kijken – of onder weinig verhullende kledingstukken, ’t is maar net hoe je het bekijkt) te hergebruiken als vloer beneden,wordt met hetzelfde moordende tempo waarin de mieter het hout weg vreet onderuit gehaald.
De planken zijn redelijk naar de sode-mieter helaas en met lede ogen moeten we ook deze historie / hysterie naar de laatste rustplaats vervoeren.


 

 

 

 

 

 

De voorheen o zo meesterlijke mintgroene balken (brrr…) krijgen een mooie warme bruine kleur, en de rest wordt ook van een frisse nieuwe verflaag voorzien. Het zij maar een proefje, we moeten nog “even” afwerken voordat we verder kunnen met schilderen. Maar dan komt er nog iets om de hoek kijken. Het raamwerk wat nog aanwezig is, met kapotte ruitjes en een gammel frame, moet eruit. Het is veiliger, beter, en wat je verder nog allemaal kan verzinnen, om het te vervangen door een metselmuurtje. Dusssss…..

 

 

 

 

 

 

 

Binnenkort gaat de kar weer achter ons trouwe stalen (?) ros om een grote hoeveelheid stenen op te halen die we dan weer met kruiwagens vol en weinig snelheid het pandje in zullen dragen. Zo maak je een gat open, zo dicht je een gat.
We gaan nog even door…

Het nieuwe jaar.
Soooow eeh.
We zijn al een eindje onderweg met opbouwen.
Het gat is bijna gedicht,
en let ook even op de vloer waar nu de stelling op staat.

 

 

 

 

 

 

 

Wat is daar nu weer mee? Zou je denken.
Och… her en der verrot?
Plankskes naar de sode-mieter?
Sja… ik geloof het wel.
Maar eerst dat gat.
Het is dicht!
En er wordt ook al ge-stuukt.


Alleen moet er nog een laagje behang afgepulkt worden – zie je, daar aan de rechterkant?
Is toendertijd overheen geschilderd.

 

 

 

 

 

 

 

Maar ja, als je daar stuc op zet, komt het net zo hard weer naar beneden gesjeesd.
En da’s nie lekker oor.
Stuc in je bord.
En dan die vloer eej. Ook nie lekker. Zie je ’t? Hij is er niet meer!! Toestanden!


Alle planken eruit, alle balken eruit. ’t Is weer een zandbak, maar dan nu in het bovenste gedeelte. Maar ere toch, het moet niet gekker worden.
Ook maar weer een nieuw vloertje leggen hier…
Herinnert u zich deze nog…
nog….
nog….??

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De oude “waterput” zogezegd. Ehm, zo oud bleek deze niet te zijn. En bleek ook geen enkele functionaliteit te hebben. Nou ja, er kwam wel een buis in uit. Van buiten. Regenwater. Uhum. Ik dacht juist dat dat andersom moest? Jaaa, zo gek ben ik nog niet. Dus, weg met dat ding, weer iets wat gesloopt moest worden.
Maar het knapte er wel weer mee op – en wat een ruimte ineens… HAHA.
Kan er ook gelijk aan de betimmering gewerkt worden.

Want ik kan wel een mooi keukentje gebruiken om daar allerlei lekkers en leuks in te maken. M’n handen jeuken om aan de slag te gaan!!!
Ben al bij mijn buurvrouw geweest om een prachtige Jeanne d’Arc Living agenda aan te schaffen om daar al mijn toekomstige reserveringen in te noteren.
Geloof het of niet, maar de aanvragen stromen zomaar al binnen!
Vind ik leuk!
Nu is de uitdaging aan ons om de vaart er in te houden en het allemaal op tijd af te krijgen.
Want ik kan niet wachten om het af te gaan werken, in te richten en te openen!
Buzze geven!!!

 

Vuurwerk en marsmannetjes
Kanonne! Nog even hakken en breken (en weeeeer naar ’t sturt) en dan ligt er zomaar het begin van een toilet! Het lijkt er in de verste verte nog niet op, maar ik zweer het je, het worden echt WC’s!! Hele echte!
En niet één, nee, wel twee! Met alles erop en eran, nou ik kan niet wachten. Letterlijk.
Doe ’t bijna in m’n broek van de spanning.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waar ik het figuurlijk van aan mijn meterslange ingewanden krijg, is de toekomstige keukenvloer. Prachtig vond ik ‘m. Schots en scheef, maar ja dat is alles in dit pand, en veel gebroken, maar we dachten ’t met afbikken enzo (vooral dat “enzo”) wel weer te kunnen gebruiken. Wat denk je. Komen we onder die al zo mooie vloer nog een vloer tegen. Prachtige oude zwarte tegeltjes – de eerste meevaller…??
HA met hoofdletters. Zodra je ze in je handen neemt vallen ze als poeder uit elkaar.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan maar terug aan de bik.
Twee uur later heb ik wel 10 tegeltjes klaar. En nog eens 7 gebroken. Moedeloos wordt je ervan. Maar die moedeloosheid buigen we snel om in praktisch inzicht en ik besluit op zoek te gaan naar andere.
En gedimme, het lukt – m’n buren hebben een neus voor geweldige adresjes – prachtige ouwe nieuwe vind ik, in het buitenland.
Jahaaa, duurt even maar dan heb je ook wat.

Het leggen duurt ook even…. maar het resultaat is dan ook prachtig.
De rest van de keuken komt ook in zicht. Er wordt geraggeld en geisoleerd en getimmerd en aan draden getrokken.
Het wordt groots uitgetekend op een stuk spaanplaat, waar komt wat?
Het is passen en meten, want de ruimte is erg beperkt.
En je hebt toch wel wat nodig, niet alleen qua apparatuur maar ook opberg-ruimte – waar laat ik in hemelsnaam alles?
Dat was een deel van de charme… toch???
Kiek si, de plaatjes hangen tegen de muur ooorrr. En er komt vanalles uitgekropen. In alle kleuren van de regenboog zie ik.
Als dat maar goed komt.
Oe leutig.

 

 

 

 

 

 

 

 

Van die ouwerwetse tegeltjes aan de muur in je keuken. Daar zou je dan weer vrolijk van worden. Scheef?
Nee hoor, ze hangen prachtig waterpas. De rest van het pandje loopt zo scheef als een oeter, dus als je er naar kijkt lijkt het net alsof je in zo’n kermis-attractie rondloopt waar je zintuigen je bedriegen doordat niks recht lijkt.
Nou, hier is dat dus zo.
Niks geen gezichtsbedrog.
En dan beginnen we met vuurwerk in da house!! Het lijkt minder spectaculair op de foto, maar jeeee, wat ging dat tekeer zeg!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De vuurvonken letterlijk rond je oren! Heb een prachtig sierhekwerk op de kop kunnen tikken wat we als afscheiding gaan gebruiken, zowel op de eerste, als op de tweede verdieping. Lijkt heel wat als ik dat zo zeg, net alsof het een heel groot pand is met -tig verdiepingen waar je een lift nodig hebt. Niks is minder waar. Heb wel degelijk een paar verdiepingen op die paar vierkante meters. Je kunt boven, beneden en in de kelder zitten. HAAAA, waar vind je dat nog tegenwoordig. Zo bijzonder!
Die lift is dan weer niet nodig. Zoek die maar als je later naar huis gebracht moet worden omdat het zo gezellig was….
Ondertussen zijn de marsmannetjes ook geland. Wat uit elkaar gehaald wordt, moet ook weer in elkaar gezet worden en dat wordt hier vakkundig uitgevoerd. Het staat zo vast als een huis, daar moet ik me geen zorgen om maken. De contouren van de wijnbar worden ondertussen zichtbaar en man, wat ben ik trots.
Het wordt echt zo mooi als ik me had voorgesteld. Kom je eens kijken?

The making of…
Mijn immer enthousiaste, creatieve en lieve buuf
én vriendin heeft een prachtig oud boekwerk op de kop getikt, een wereldkroniek uit 1924!
Zonder blikken of blozen scheurt ze de mooiste bladzijden eruit om deze op de muren naast de schouw te plakken.
Er wordt zorgvuldig gekozen, gemeten, geknipt en geplakt zodat het een uniek verhaal verteld in dit oude pandje – eentje die hopelijk nog vaak zal worden naverteld…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ondertussen wordt het geraamte van het toilet zichtbaar. De achterwand wordt in twee ruimtes verdeeld – en hier geldt letterlijk het gezegde: het kleinste kamertje. En dan delen door twee.

’t Gemak is van alle gemakken voorzien. Schone tegeltjes aan de wand en een wreed schoon vloerken.
Nog even de pot plaatsen, een fonteintje erbij en een deurtje er in. Het eerste toilet is klaar voor de eerste hoop – eh doop!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ook de keuken laat haar eerste contouren zien, het is een erg kleine ruimte (had ik dat al verteld?) dus we moeten creatief omgaan met de weinige meters die we hebben. Stapelen, hangen, bundelen, stampen en sjouwen.
Het komt goed. Heus.
Laat je nimmer tegenhouden door iets wat je nog nooit hebt geprobeerd.Het willen proberen, is een eerste vereiste, aldus mijn kundige aannemer die mijn vriendin Wilma en mij graag uitlegt hoe we moeten tegelen.
Verrek, we doen het gewoon.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De een smeert, de ander snijdt op maat.
We tegelen alsof het een lieve lust is, niet gehinderd door enige kennis van zaken of eerder ervaringen.
Maar eens moet de eerste keer zijn en wat zijn we trots op het resultaat. We hebben zomaar het schouwtje getegeld, oe leutig!

 

 

 

 

 

 

 



 

En trots ben ik ook op mijn papa. Wat een kanjer!
Zoals het een volleerd schilder (in ruste) betaamt, verft hij vakkundig het hele pandje, van boven tot beneden. Voordat hij op een welverdiende vakantie vertrekt, zet hij nog “even” de vloer in de beits – en dat maakt het verschil. Het ziet er prachtig uit!


 

 

 

 

 



Zie hier het eindresultaat!
Geverfd, behangen, getegeld, gevoegd, gebeitst en toestanden.
En we gaan nog even door…
Het tweede toilet moet nog gebouwd worden, de spoelkeuken geinstalleerd, de gang tegelen, verven, timmeren.
O ja, de keuken afwerken.
Nog wat plankjes tegen de muren.
Enzo.
Tot de volgende blog!

Het eind is in zicht.
Maar ere.
De laatste loodjes wegen letterlijk het zwaarst. Mijn lijf sleept zich voort achter ellenlange lijstjes met dingen die nog gedaan moeten worden – maar waarvan ik weet dat het eind echt in zicht komt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik geloof het alleen nog niet. Zou het werkelijk…?
Maar, het tweede toilet is klaar. Ook de heren kunnen zich nu vergapen aan de meest geweldige plaatjes en teksten uit de WereldKroniek der twintiger jaren vorige eeuw. Alleen wel opletten dat je in de pot piest. En niet in de wijn-emmer daarnaast die als borstel-houder dient. Het blijft spannend.
Tevens is het af te raden te turnen in de gang. De ongelijke balken zijn te ongelijk en het plafond te laag waardoor je je draai niet kunt maken. Maar proberen kan altijd….
En dan de spoelkeuken. Onze kindertjes zijn deze keer wel blij dat ze hier kunnen afwassen. Thuis zijn ze beduidend minder enthousiast.
Die kraan zal wel helpen denk ik, zo’n spuit ding waarvan ze nu al visioenen hebben om die vol overgave te gebruiken. U zijt gewaarschuwd.
De gang wordt nog geverfd, het raamkozijn ook aldaar. Mijn vader zou trots op me zijn, hij heeft het me goed geleerd. Schuren, plamuren, afnemen, een laagje, nog een laagje. Net echt.
In de keuken timmert mijn uiters vakkundige Ray the toolman E enorm welkome planskes aan de muur, zodat ik een beetje ademruimte krijg in mijn heerlijk klein domeintje.
Die andere kei Eric de Viking zet ze nog eens schoon in den beits en ik ben zo gelukkig als een kind.
Wat nog?
Ehm, vloer in de gang. Afwerken van plintjes en koofjes. Nog een bankske. En het laatste project komende week is de gang naar mijn buuf in stijl afmaken. Zodat we een prachtige overgang hebben tussen twee al even zo prachtige winkeltjes nevest mekare.
Vinden wij leuk….

Le fin.
Sja…
en zooo is het geworre…..
Het is ongelooflijk maar waar.
Het wonder is geschiede.
We zijn klaar!


 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dapper gestreden tot het eind hebben we alle verbouwingen doorstaan waarbij teleurstellingen hebben plaats gemaakt voor warme herinneringen.
De kachel geeft een aangename warmte, de kaarsen zorgen voor nog meer sfeer.
CuliNeuze nodigt uit tot lekker hangen in de kerkbank (uhum), genietend van een heerlijk wijntje of een fris zeeuws biertje – met uiteraard een lekker sneukeltje erbij.
Geen gehaast.
Geen gedonder.
Geen wifi.
Maar een goed gesprek.
De wusten hangen aan het wildrek lekker te zwieren en zwabberen tussen de mooie koperen pannetjes. Een katrol hangt aan het plafond, zodat de durfal (geheel op eigen risico) op de bovenste verdieping – jawel – bediend kan worden met de fles in de mand.
Oma’s lamp hangt te bungelen boven een barretje waar een heuse tentoonstelling is uitgestald van familie-kiekjes. Geleuf ’t maar, het zijn allemaal echte foto’s van echte mensen. En nog wel mijn familie ook. Over-over grootmoeders en vaders met vetkuiven en solexen en meer toestanden waar menigeen zich over verwonderd.
Het is een stukje mij.
En daar ben ik trots op…
Kom kijken.
Kom zitten.Kom drinken.
En sneukelen.
En verwonder je over het stukje warme huiselijkheid wat achter het kleine geveltje schuil gaat.
Kom binnen.
En GENIET!!!

 

Het Vervolg.


Ik had met mezelf afgesproken dat ik na 5 jaar de balans zou opmaken. Waren mijn verwachtingen in overeenkomst met de werkelijkheid gebleken? Ha. Natuurlijk niet. Want je kunt onmogelijk voorspellen of bedenken hoe de daadwerkelijke praktijk zich zal ontvouwen. Dus, je moet je aanpassen. Want de wereld verandert, en zoals ik altijd heb geleerd, is stilstand achteruitgang, dus vort met die geit. En weet je wat nou zo leuk is? Soms laat het leven je vanzelf weten wanneer je de volgende stap moet nemen. Dat al die plannen en hersenspinsels gewoon werkelijkheid kunnen worden, en je kunt gewoon blijven op het plekje waar je al zo aan verknocht bent geraakt. Als mijn buurtje besluit om te verhuizen naar de Noordstraat, staat het voor mij eigenlijk al direct vast dat ik mijn uitbreidings-bedenksels vorm kan geven. Maar ja… dat is uiteraard makkelijker gezegd dan gedaan, want er hangt nogal wat aan vast. Voordeel is, dat ik weet waar ik moet beginnen, want ik heb al eens eerder met dat bijltje gehakt. Eerst maar eens checken bij de gemeente of er een (lichte) horeca-vergunning op de panden mogelijk is. Ja, je leest het goed. Panden. Als in meervoud. Want het zijn er wel twee, als we gaan, dan gaan we goed! En warempel, dat is mogelijk. Dan met de huurbaas rond de tafel, want er zijn uiteraard meer kapers op de kust. Oud Terneuzen is de laatste jaren uitgegroeid tot de hotspot van Terneuzen en omstreken en dat laat zich ook vertalen in belangstelling om zich hier te komen vestigen. Mijn voordeel is dat ik al een doorgang heb naar Vissteeg nummertje 2 en mijn plannen ook de huurbaas aanspreken, hij heeft er fiducie in. Da’s fijn, dat is er toch al een!! Enige tijd en een aantal onderhandelingen verder is het huurcontract getekend en kan ik mijn plannen verder bespreken met de aannemer. En dat is nummer twee die het ziet zitten. Fijn om iemand te vinden die op dezelfde golflengte zit en mee wil en kan denken. Ook hij begint namelijk net met zijn nieuwe klusbedrijf Kint, en dat is heel verfrissend. We maken een plan de champagne en gaan aan de slag.

De vergunningen worden aangevraagd, want er komt ook terras-uitbreiding bij. Maar eerst nog even wachten totdat de daken zijn vernieuwd, want soms regent het net zo hard binnen als buiten. Daar wordt zo’n kleine maand voor uitgetrokken, want het dak moet er letterlijk af. Uiteraard loopt het uit. Met zo’n twee weken. Maar dan heb je ook wat, het ziet er spic en span uit. Ook krijgt nummer 2 nieuwe raampjes in het straatje achter, alleen jammer dat deze nu niet meer open kunnen, gemiste kans wat mij betreft. Maar goed, tis leutig.
En dan mogen wij aan de slag. Er moeten nog wat kleine dingen “gesloopt” worden, maar vooral moet er vernieuwd worden. Nieuwe electriciteit. Nieuwe leidingen. Nieuwe verwarming. Nieuwe mechanische ventilatie. En de muren ontdoen van gaten, bobbels en hobbels wegschuren zodat we deze van een frisse lik verf kunnen voorzien. Wat heerlijk om hiervoor hulp te krijgen van mijn rotsen in de branding, mijn ouders. Maar eerst de kleuren kiezen. Dat is namelijk ook wel een dingetje. Omdat het best een donker pand is, wil ik de kleuren graag licht houden, maar niet saai. Na lang twijfelen kies ik een licht oude groene kleur, afgewisseld met een prachtige donkere vuilgroene kleur, zoals ik dat liefkozend benoem. Echter, ik heb lang geleden al mijn oog laten vallen op een prachtige bloemenprint die ik koste wat kost op een muur wil hebben. Dus ik zoek. En ik zoek. En ik vind. Een replica behang van een oud hollands schilderij, met de meest heldere kleuren zoals koraal, kobalt blauw, oker en oud roze. Sommigen verklaren me voor gek (what else is new) maar hier heb ik nou fiducie in. Mijn immer enthousiaste schoonmoeder helpt me vol overgave om de bloemen op de muur te plakken. En verrek, het werkt. Wat een prachtige blommen!


Hierna komen de plinten aan de beurt, schroeven, schilderen, afwerken. En dan gaan we aan de vloer beginnen. Heb het idee om een podiumpje te bouwen, wat we multifunctioneel kunnen gebruiken. Niet alleen om zo ook een speels effect te verkrijgen in deze ruimte, maar ook praktisch gezien, we kunnen nu ook artiesten van allerlei pluimage uitnodigen om bij ons te hun kunsten te vertonen! Is da nie leutig?! Er wordt een heus podium ingebouwd, en als dat allemaal klaar is, beginnen we met leggen van de ondervloer, en het zorgvuldig uitgekozen oud antiek laminaat, wat tegen een stootje kan. Want dat lijkt me wel nodig met al onze plannen…. Francois heeft er even werk aan, maar wat krijgt hij het fantastisch voor elkaar! Het pand krijgt ineens een heel andere uitstraling, zo mooi! Per toeval ontdekte lampjes worden zorgvuldig gerestaureerd en opgehangen, andere lampjes zijn iets nieuwer, maar even sfeervol. Het begint vorm te krijgen. De immense bar wordt geleverd, het gevaarte is zo groot dat we de deur eruit moeten halen, en dan nog krijgen we ‘m maar net binnen, met enig geschuurde deur-kozijnen als gevolg. Kleinigheidje. Leidingen en afvoeren zoeken hun weg in dit gevaarte, wat daarna deskundig van een mooie laag beits wordt voorzien. We wachten op koelingen, ook al van die gevaartes, die flink wat van onze spierballen vergen. Maar, ze passen. De tap, dat is een ander verhaal. Helaas is “het mannetje” wat deze komt installeren niet echt de beloofde vakman, maar een zuchtend en steunend kereltje die denkt alles beter te weten, wat dus duidelijk NIET het geval is. Zo jammer!! Mijn held Francois fikst het daarna toch maar “even”, mag blij zijn met hem. En dat ben ik ook, na continue en consistent overleg, met veel goede ideetjes en aanpassingen, komen we tot de conclusie dat voor hem de klus er op zit!

Klusbedrijf Kint,

ik kan het iedereen aanraden, een topper!!
Mijn immer enthousiaste ouders en schoonouders duiken vol goede moed de verwaarloosde tuin in en zijn samen een volle dag bezig om deze gesnoeid en in presentabele vorm te krijgen. Maar wat doen ze het goed! Eindeloze volle kruiwagens en ritjes naar stort later, laat de schoonheid zich wederom zien.

Dit is een binnenpleintje wat iedereen zal doen verbazen, want het is uniek in Terneuzen, zo’n prachtige binnentuin vol sereniteit.
We knappen daarna de bankjes op, her en der een nieuw plankje, nieuw tafelblad en dan inrichten – wie wil er nu niet zitten onder een druivelaar vol blozende druifjes? Zalig!
Ondertussen worden tafels en stoelen geleverd voor binnen, tikken we her en der nog wat freubels op de kop en kunnen we langzaam maar zeker alles inrichten. In het “oude” gedeelte verplaatsen we de kerkbank naar het gangetje, en zetten we comfortabele fauteuiltjes neer, en stoeletjes in mooi roze velours, zo maken we een heerlijk kneuterig aperitief hoekje. Vlakbij de keuken, want ja mensen, dat blijft de keuken! Een open keuken, waar we nu de meest heerlijke huisgemaakte gerechten maken waarmee we iedereen willen blijven verrassen. Elke maand opnieuw, gericht op de seizoenen, en altijd met mijn vlaamse achtergrond in gedachten.
In het “nieuwe” restaurant-deel staan de lampjes vrolijk licht te schijnen op de tafeltjes, welke gedekt zijn met oud servies en nieuwe wijnglazen met ons logo, we zijn er trots op!


Het pronkstuk, de oude bank met al z’n krullen, staat statig te wezen in het voorste deel, met een paar heerlijke vintage stoelen, en de vitrinekast gevuld met kopjes, schoteltjes en servies van mijn omaatjes. Ik hou d’r van.
We zijn klaar om jullie te verwelkomen. Met een gul glas, met een heerlijk hapje, maar vooral ook met ons eindeloos enthousiasme en heerlijke huisgemaakte maaltijden. Gezellig met z’n tweetjes, met je vrienden, familie, of zelfs als je een groot feest wilt vieren, vraag ons gerust naar de mogelijkheden. We staan graag voor jullie klaar!

 

Het jaar 2020.

We beginnen deze mooie cijfers zoals altijd, met geproost, en gezelligheid. Met nieuwjaarsborrels en goede voornemens. We halen adem, we gaan vooruit. Er liggen mooie dingen in het vooruitzicht waar we allemaal naar uitkijken. Er verschijnt een prachtig artikel in de plaatselijke krant over mijn passie. Ik krijg veel complimenten en leuk commentaar, en beloftes om gauw een reservering te maken.

Dan bekruipt ons een onbestemd gevoel. Je hoort en ziet dingen in de media waarvan je niet weet waar dit gaat op uitdraaien. Komt het onze kant op? Hoe dan? Het zit me niet lekker, en op zaterdag 14 maart sluiten we de avond af met gemixte gevoelens. Het laat me ’s nachts niet los, ik draai, ik woel. Op zondag ochtend hak ik de knoop door. Ik sluit. Tijdelijk. Wil mijn verantwoordelijkheid nemen als ondernemer en mijn restaurant sluiten voor 2 weken – om zo te zien of we daarin onze bijdrage kunnen leveren geen verspreider te zijn. Als ’s avonds de Minister President het land toespreekt om ons een verplichte sluiting op te leggen, komt het hard binnen. Niks geen keuze, de boel gaat op slot. Hoe lang? Niemand die het weet. Maar in ieder geval veeeeel langer dan mijn bedachte twee weken. Voel me machteloos, nutteloos, paniekerig, hoe nu verder? Ik huil, ik beef, ik vloek, ja sorry, ik ben kwaad op alles en iedereen, terwijl het geen bal helpt, en ook niet relevant is. Want wie kan hier iets aan doen? De praktische kant is hard. M’n koelingen moeten leeg. De stekkers moeten eruit. Aangesloten vaten bier kunnen zo het riool in. Alles wat over datum gaat kun je weggooien – het is een groot verlies. We kunnen eenmalig steun aanvragen, maar dat dekt de vaste lasten niet eens. Het is beter dan niks in ieder geval, dat is zo. Als je net een bedrijf gestart bent, krijg je helemaal niks, hoe zuur is dat. Ondertussen klussen we maar wat. Ik slaap slecht. Ik pieker. Moet ik met afhaal beginnen? Met wat? Hoe? Je opnieuw orienteren wat je daarvoor nodig hebt, wat je aan moet schaffen – nog meer kosten. Maar we doen het. Je moet toch iets. We hopen op goed nieuws, maar het is het tegenovergestelde, we moeten nog langer dicht blijven. Het is onbeschrijfelijk. Waarom alleen de horeca? Ziet men dan niet dat het overvol is in bouwmarkten, supermarkten, winkels enz? Nogmaals…. waarom alleen de horeca??? Uit cijfers blijkt dat wij niet de besmettingshaard zijn, niemand kan het volgen.

De opluchting is groot dat we in juni de mogelijkheid krijgen om – hetzij met veel aanpassingen – te openen. We deden alles naar ons gevoel al goed, maar nu nog meer dan ooit poetsen we ons het leplazerus, desinfecteren we, wassen we onze handen stuk, enz, enz, enz. We zijn blij met het prachtige weer: de zonnestralen verwarmen niet alleen onze huid, maar ook onze harten omdat we onze ziel en zaligheid weer kunnen uitoefenen. En ja, we zien ook dat niet iedereen in onze omgeving met de herwonnen vrijheid goed omgaat, dat doet soms wel eens pijn. Want opnieuw wordt onze vrees bewaarheid…. het gaat steeds minder goed, dus worden ons meer restricties opgelegd. Een zogenaamde “avondklok”, het is even slikken. Maar verrek, ik heb dit veel liever dan helemaal niet open. Weer passen we ons aan. Maar ook nu helpt het niet. In oktober wordt ons wederom een verplichte sluiting opgelegd. Aan de ene kant voel je het aankomen, aan de andere kant voelt het als een mokerslag. We krijgen nu een dag tijd ipv een paar uur. Er heerst gelatenheid. Hup, daar gaan we weer. En weer alleen de horeca. Het onbegrip is enorm, de frustratie nog groter. Ook omdat bewezen is dat wij geen besmettingshaard zijn. Al die keihard werkende mensen die dag en nacht buffelen om hun bedrijf te kunnen voortzetten, zitten nu met de handen in het steeds dunner wordende haar. En niet alleen het haar wordt dunner…. onze buffers ook, als je die al had. Maar dan is er ook een enorme oppepper. Een onverwacht iets. We krijgen bericht dat we zijn verkozen tot beste restaurant van de gemeente Terneuzen. En dat niet alleen, maar ook tot beste restaurant van de provincie Zeeland! Maakt da mee!! De verbazing is groot, de dankbaarheid en blijdschap nog groter!! Wat een prachtige erkenning! En wat godvergeten jammer dat we er niks mee kunnen in deze lockdown……

We verzinnen vanalles, want aan creativiteit geen gebrek, quizen, winakties, je kunt afhalen, we brengen thuis, u vraagt, wij draaien. Het is een druppel op een gloeiende plaat. Ja, we kunnen steun aanvragen, maar niet iedereen komt daarvoor in aanmerking. Zo ook ik niet. Tegemoetkoming vaste lasten? Vergeet het maar. Niet genoeg winst gemaakt in laatste kwartaal 2019. Ha, weet je wat? Ik heb helemaaaaaal geen winst gemaakt in het hele jaar 2020! Wat lul je nou? En hou alsjeblieft op met zeggen dat ik blij moet zijn dat ik er nog een baan naast heb, dat ik er niet van moet leven….wat een dooddoener, en kortzichtig. Als je het hele verhaal wilt horen, spreek dan vooral persoonlijk met me af, maar (ver)oordeel niet.  En dan wordt het nog een graadje erger. Lockdown. Nog meer bedrijven moeten de boel sluiten. Het is vreselijk, voor alle ondernemers. Ook voor mijn partner. Weer zijn knipsalon voor de 2e keer sluiten. Weer thuis op de bank. Met welke vooruitzichten? Voor de “grote jongens” vind ik het minder erg, eerlijk gezegd – het gevoel van  “we moeten het samen doen” was toch een lachertje!! Eindelijk voelen de grote ketens het ook eens wat het is om je deuren te moeten sluiten. Alhoewel – met enige creativiteit kunnen enkelen toch gewoon open blijven, wat een farce.  En eerlijk is eerlijk, het blijft toch “de mens” die niet altijd even de slimste is – want als “wij” niet en masse naar de Action, Blokker, Ikea en Gamma gaan, valt ons ook niets te verwijten. Het valt allemaal niet mee, want voor de meesten van ons is deze tijd ongeevenaard, wie heeft ooit zoiets meegemaakt? Wat is wijsheid? Die heeft niemand in pacht lijkt het, want de meningen zijn nog nooit zo verdeeld geweest als tijdens deze periode. Zolang we niks onder controle hebben, blijft de lockdown van kracht. En niet tot half januari zoals het er naar uit ziet. Van iedereen hoor je dat we moeten volhouden. Blijven geloven, blijven doorgaan. Dat willen we meer dan wat dan ook ter wereld, maar het moet wel kunnen. De centen zijn op, dromen afgepakt, hoop de grond in geboord. Horeca mensen zijn vechters, doordrammers, en allemachtig – de meesten van ons knokken ons te blubber, en duimen met alle vingers en tenen dat we er door komen. Het geeft je een geestelijke boost dat er een mooi artikel over je restaurant verschijnt in het horeca-blad “Hap&Tap Magazine”, maar het is prachtige reclame in een nutteloze tijd…. Desalnietteplus sluiten we deze opstekers in ons hart, want we zijn er super trots op.

Valt er dan niks meer te lachen? Jawel hoor. Het grauwe Stadhuisplein in Terneuzen had wat kleur nodig, vond de wijkraad van de binnenstad. In de hoop op ‘vele fotomomentjes’ komen in Terneuzen de letters ‘TER’ te staan, gevolgd door twee neuzen. Zelfs het landelijke TV nieuws en kranten pikten het op, waarbij ons restaurant een eervolle vermelding kreeg, dat kun je toch niet verzinnen?? We lachtten ons een kriek in ieder geval. En zo kunnen we toch nog eindigen met een glimlach….

PZC

https://www.pzc.nl/zeeuws-vlaanderen/peggy-de-rijcke-verruilt-in-het-weekend-de-fabriek-voor-de-keuken~a37f6a62/

Een werkweek van tachtig uur? Dat is voor Peggy de Rijcke (50) uit Terneuzen de normaalste zaak van de wereld. Naast haar werk als quality coördinator bij Dow Benelux, runt ze haar eigen restaurant CuliNeuze. ,,Dow is het hoofd, koken het hart.”

,Hier heb ik áltijd al van gedroomd”, zegt De Rijcke, terwijl haar ogen door haar restaurant CuliNeuze heen gaan. ,,Ik wilde altijd al iets doen met eten en drinken, maar ik wist niet wat. Bovendien had ik een goede baan bij Dow en die zekerheid geef je als alleenstaande moeder van twee dochters niet zomaar op. Mijn droom belandde dus jarenlang in de ijskast”, vertelt ze in toepasselijke termen.

Daar kwam verandering toen ze in 2011 werd gebeld door RTL. ,,Ze waren bezig met de casting voor ‘Topchef’ en vroegen of ik interesse had om hieraan mee te doen. Ik verklaarde ze voor gek, ik was slechts een hobbyist. Maar ik kwam door alle screentests en kreeg plots het bericht: ‘Gefeliciteerd, je zit in het programma’.”

De Rijcke ging er niet met de titel vandoor, maar hield er misschien nog wel iets veel mooiers aan over: het lef om van haar dromen werkelijkheid te maken. ,,Het begon nu echt te kriebelen en daarom begon ik na mijn deelname aan het programma als kok aan huis. Dat heb ik een hele tijd gedaan, tot een vriendin me wees op een kleine ruimte in Oud-Terneuzen. Mijn dochters waren inmiddels zelfstandig genoeg en zeiden: ‘Mam, nu is het jouw tijd. Ga ervoor!’”

Van wijnbar naar volwaardig restaurant

Na vier maanden verbouwen, opende De Rijcke in februari 2014 de wijnbar CuliNeuze. Het concept? ,,Een borrel met sneukeltjes. Hartstikke leuk, maar de ruimte was te klein voor een uitgebreide keuken. En dát, het koken, was toch echt mijn passie.” De Rijcke hoefde er dan ook niet lang over na te denken toen een aantal jaar later de zaak naast haar vrij kwam.

,,Ik had met mezelf afgesproken dat ik na vijf jaar de balans zou opmaken: is dit leuk genoeg, is het rendabel en wil ik ermee doorgaan? Dit bleek de perfecte timing om uit te breiden. Dus verbouwden we weer en begon ik in september 2018 met het vernieuwde CuliNeuze: een horecagelegenheid mét een restaurant, waarin ikzelf van donderdag tot en met zondag in de keuken sta.” 

‘Kip op z’n konijns’

Koken is De Rijcke met de paplepel in gegoten. ,,Vroeger keek ik altijd met mijn moeder mee in de keuken. Zij is een Vlaamse en bij ons ging gezellig samenzijn altijd gepaard met lekker eten, dat was echt het familiegevoel.” Het zijn dan ook moeders recepten die nu de kaart van CuliNeuze sieren. Kip op z’n konijns is de chefs favoriet: kip gestoofd met ui, bier en een aantal specifieke kruiden. ,,Ondanks dat niemand dit kent, is het de hardloper van de kaart.”

Een groter contrast met haar doordeweekse werk is haast niet te bedenken. ‘Van de fabriek naar de keuken’, omschrijft De Rijcke het treffend. ,,Ik werk als quality coördinator op de logistieke afdeling bij Dow. We verzorgen de belading voor het transport van allerlei vloeistoffen en korrels. Soms gaat er wel eens iets fout en dan ben ik het aanspreekpunt voor de klant. Ik onderzoek de oorzaak van het probleem en bedenk welke maatregelen we kunnen treffen om dit in de toekomst te voorkomen.”

De Rijcke zegt altijd dat Dow het hoofd is en CuliNeuze het hart. ,,Ik heb het enorm naar mijn zin op het werk, maar koken is echt wat ik het liefste doe. Ik zie het als een kunst om van willekeurige ingrediënten een lekkere maaltijd te maken.” Daarom is het voor haar ook zo’n aangename aanvulling op haar dagelijkse job. ,,En als ik dan mijn gasten ook nog eens blij maak met dat wat ik zelf zo leuk vind om te doen… dan voel ik me echt een blije doos!”

👉WE HEBBEN GEWONNEN!!! 🏆🥂🍾
Trots, dankbaar en ook een beetje verdrietig omdat we het nu niet met jullie kunnen vieren in ons gezellige restaurant! Maar vooral keiblij, we zijn niet alleen uitgeroepen tot beste restaurant in de gemeente Terneuzen (stemmen en waardering) maar ook van de hele provincie Zeeland!!!!